De toenemende complexiteit van internationaal zakendoen stelt organisaties voor nieuwe uitdagingen, en het hebben van een wendbaar Enterprise Resource Planning-systeem (ERP) is belangrijker dan ooit.
Een van de grootste uitdagingen van legacy ERP-systemen, met name voor multinationals die actief zijn in verschillende rechtsgebieden, is het om kunnen gaan met landspecifieke regelgeving, valuta's en compliance-verplichtingen. (Kort gezegd verwijst ERP naar een reeks voor het bedrijfsleven relevante softwareapplicaties, bijvoorbeeld voor financiën, human resources management, supply chain management, customer relationship management (CRM) en voorraadbeheer, die centraal worden beheerd in één oplossing.)
Internationale ERP-strategieën vallen in een van de twee volgende categorieën: gedecentraliseerd of gecentraliseerd.
Gedecentraliseerde ERP: afzonderlijke systemen
Een grote multinational werkt doorgaans met een omvangrijk grootboek, en het hoofdkantoor verwacht dat de dochterondernemingen hun financiële resultaten in dit grootboek invoeren. Het hoofdkantoor zorgt gewoonlijk ook voor de algemene planning, de afstemming van de rekeningen en de bedrijfsanalyse op basis van dit grootboek.
De dochterondernemingen in andere landen moeten ondertussen hun eigen lokale finance-systemen aanschaffen, zodat ze onafhankelijk van het moederbedrijf kunnen opereren totdat het tijd is om resultaten te rapporteren. Een dergelijke lokale financiële oplossing is ook tijdrovend en arbeidsintensief, omdat moet worden voldaan aan de lokale compliance- en rapportageverplichtingen in de rechtsgebieden waar zij actief zijn.
De financiële data die zich in ERP-systemen bevinden worden vervolgens samengevat en doorgestuurd naar het moederbedrijf. Deze aanpak kan in principe werken. Maar het beperkt de operationele wendbaarheid van de organisatie, omdat het wijzigen van de dimensionaliteit van de rapportage niet een kwestie is van even één enkel ERP-systeem bijstellen. Het is eerder een kwestie van het coördineren van die veranderingen in het specifieke ERP-systeem van elk land. Dit kan betekenen dat bedrijfsdoelstellingen niet gemakkelijk kunnen worden gerepliceerd in afzonderlijke landen.
Bovendien zijn de kosten van een op zichzelf staande, landspecifieke finance-functie hoog, aangezien de gegevens die van de onderliggende grootboeken naar het hoofdkantoor terugvloeien, voor rapportagedoeleinden handmatig op elkaar moeten worden afgestemd.
Ten slotte kunnen gedecentraliseerde ERP-systemen, bij gebrek aan een gemeenschappelijke database, het inzicht van het bedrijf beperken en tot vertragingen leiden.
Gecentraliseerde ERP: een top-down benadering
Het tegenovergestelde scenario is een gecentraliseerde ERP-strategie, die wordt gekenmerkt door de invoering van een wereldwijde ERP-oplossing. Als we opnieuw het voorbeeld nemen van een multinationale, wereldwijd opererende onderneming, betekent deze aanpak dat de verslaglegging voor de hele groep centraal staat en dat het hoofdkantoor zijn boekhoudpraktijken kan opleggen.
Zoals te verwachten valt, staat de grootste uitdaging precies tegenover die van de gedecentraliseerde aanpak.
Zo mislukt een bedrijfsbreed rapportagemodel meestal vanwege lokale rapportagevoorschriften: het aanpassen van de wereldwijde ERP-oplossing aan landspecifieke regelgeving vergt veel configuratiewerk. Daardoor blijft er minder mankracht beschikbaar voor de eigenlijke taak.
Natuurlijk biedt een dergelijke aanpak ook enkele voordelen. Een gecentraliseerd ERP-systeem vereenvoudigt meestal het rapportageproces op het hoofdkantoor en maakt schaalvoordelen mogelijk. Bovendien is de controleomgeving groter, aangezien alle transacties via het systeem moeten worden geleid, en zijn meer gedetailleerde inzichten in de transacties mogelijk. Organisaties kunnen een kerndatamodel opzetten waarin gegevens op een vergelijkbare manier worden vastgelegd, bijvoorbeeld over projecten, facturen of leveranciers. Aan de andere kant maakt deze aanpak het moeilijk om aan de lokale verslagleggingseisen te voldoen.
Uiteindelijk hebben beide benaderingen hun eigen uitdagingen.
Hoe kan men dan het beste de kosten van finance beperken en het inzicht en de efficiëntie vergroten waarmee internationale finance-functies opereren?